Noordelijk deel: stadsland- en tuinbouw. In het midden een riete/kreek, aan weerszijden een vlonderpad. Ten zuiden terpdorp, houten huizen
De idee is bedoeld om in Stadshagen op deze plek het verleden zichtbaar te houden en dat ervan te gebruiken wat ook voor een toekomst van duurzaamheid en biodiversiteit bruikbaar is.
De naam Stadsbroek maakt net als de naam Mastenbroek duidelijk hoe het hier ooit was: een moerassig gebied, dat later is ingepolderd. Vóór die inpoldering stroomden er rieten (kreken) door dat gebied die het overtollige water afvoerden naar ander wateren, zoals de Vecht, die het weer verder brachten richting de zee. Toen het gebied werd ingepolderd werden vanwege de veenachtige grond de boerderijen op terpen gebouwd. Uiteraard gebruikte men toen alleen natuurlijke materialen: hout, leem en riet. Dat verleden zou ik graag hier zichtbaar willen maken, en wel zo dat het bijdraagt aan de behoefte van deze tijd: herstel biodiversiteit, energieneutraal wonen, duurzaamheid. Concreet is dít mijn beeld van een toekomstig Stadsbroek:
-Het gebied ten noorden ervan behoudt de bestemming stadsland- en tuinbouw
-In het midden wordt een strook land van west naar oost verlaagd met daarin
een riete/kreek lopend van Milligerplas tot Zwarte Water en langs beide kanten een vlonderpad ten behoeve van de wandelaar. Precies zo’n riete als zich iets verderop bevindt vlak vóór het punt waar de Vecht in het Zwarte
Water uitmondt: De Riete bij Ruimzicht, staat op een bord.
-Ten zuiden daarvan komt op een terp een dorpje met huizen van hout, een buurthuis, een buurtwinkel en de auto’s op een apart parkeerterrein.
Een soort ‘Roebolligehoek’ in de stad.